Het label van betalende coureur wordt vaak geplakt op onsuccesvolle coureurs, die hun stoeltje puur aan financiële ondersteuning te danken hebben. Feit is echter dat ook enkele succesvolle coureurs hun eerste stoeltje te danken hebben aan een flinke betaling aan een team. Welke vijf coureurs zijn een voorbeeld van zo’n succesverhaal en welke vijf rijders hebben hun label als ‘pay driver’ wel bevestigd?
Vijf toppers
Races: 171Zeges: 25
Kampioenschappen: 3 (1975, 1977, 1984)
Teams: March, BRM, Ferrari, Brabham, McLaren
Een van de betalende coureurs met het meeste succes was Niki Lauda. De Oostenrijker kwam uit een rijke familie, maar die steunde zijn autosportambities niet. Daardoor werd hij genoodzaakt om een lening bij de bank af te sluiten, die ten koste ging van zijn levensverzekering. Lauda leende voor 1972 en 1973 ruim 180 duizend pond om zitjes bij March en BRM te bekostigen.
De gok van Lauda om zijn levensverzekering op het spel te zetten pakte echter goed uit. In 1973 wist hij namens BRM een podiumplaats te behalen, waarna hij zelfs betaald zou worden door het team. Een jaar later verkaste Lauda naar Ferrari en in 1975 zou hij met de Italiaanse equipe wereldkampioen worden. Dat kunstje herhaalde hij in 1977 en met McLaren in 1984, toen hij er al een sabbatical op had zitten.
Michael Schumacher
Races: 307
Zeges: 91
Kampioenschappen: 7 (1994, 1995, 2000, 2001, 2002, 2003, 2004)
Teams: Jordan, Benetton, Ferrari, Mercedes
De meest succesvolle ‘pay driver’ en uiteindelijk rijkste coureur ooit was Michael Schumacher. Voordat hij in de Formule 1 actief was, werd hij gesteund door Mercedes. Hij maakte uit van het jeugdprogramma van het Duitse merk en reed in de sportscars, toen voor de Belgische Grand Prix van 1991 een plekje vrijkwam bij Jordan. Mercedes betaalde gretig 150 duizend dollar aan het team, waarna Schumacher op indrukwekkende wijze zijn debuut kon maken.
Na een race vertrok Schumacher naar Benetton, waar hij in 1994 en 1995 wereldtitels behaalde. In 1996 volgde de overstap naar Ferrari, waarmee de Duitser tussen 2000 en 2004 vijf wereldtitels op rij scoorde. Na 2006 hield hij het voor gezien, om in 2010 terug te keren voor een betrekkelijk minder succesvol verblijf bij Mercedes. Schumacher hing zijn helm in 2012 definitief aan de wilgen, nadat hij naar schatting ongeveer 780 miljoen dollar aan inkomsten had vergaard.
Fernando Alonso
Races: 291
Zeges: 32
Kampioenschappen: 2 (2005, 2006)
Teams: Minardi, Renault, McLaren, Ferrari
Ook Fernando Alonso werd wereldkampioen in de Formule 1, nadat hij aanvankelijk als betalende coureur de sport binnenkwam. Na titelwinst in de voorganger van de Formule Renault 3.5 en een zege in de Formule 3000, wist de Spanjaard zich voor 2001 te verzekeren van een zitje bij Minardi. Dat team had de centen hard nodig na het vertrek van hoofdsponsor Telefonica en Alonso kon dat geld bieden met LeasePlan als sponsor.
In zijn debuutseizoen maakte Alonso met matig materiaal indruk, waarna manager Flavio Briatore hem overhevelde naar het nieuwe fabrieksteam van Renault. Eerst was de huidige McLaren-coureur testrijder, maar in 2003 werd hij vaste rijder en het vertrouwen betaalde Alonso uit met wereldtitels in 2005 en 2006. In de jaren die daarop volgden, wist hij regelmatig races te winnen met McLaren, wederom Renault en Ferrari. Voor 2018 hoopt Alonso op nieuwe successen, want de afgelopen drie seizoenen met McLaren-Honda brachten hem weinig.
Sergio Perez
Races: 134
Zeges: 0
Kampioenschappen: 0
Teams: Sauber, McLaren, Force India
Sergio Perez heeft in zijn Formule 1-carrière nog geen kampioenschap gewonnen en zelfs nog niet gezegevierd, maar toch is de Mexicaan als een van de betere ‘pay drivers’ aan te merken. In 2011 kon hij namelijk voor Sauber debuteren in de koningsklasse van de autosport, maar het is aannemelijk dat het niet gelukt was zonder steun van Carlos Slim. De rijke Mexicaan bezit meerdere telecombedrijven en gaf met Escuderia Telmex de nodige financiële hulp aan Perez.
Al in 2012 lukte het Perez om het label enigszins van zich af te schudden, door in Maleisië en Italië tweede te worden en ook in Canada op het podium te staan. Daarmee verdiende hij voor 2013 een zitje bij McLaren, waar hij de verwachtingen niet waar kon maken. Na een seizoen wisselde Perez naar Force India, waar hij nog vier podiums behaalde en ook in 2018 weer actief zijn.
Pastor Maldonado
Races: 95
Zeges: 1
Kampioenschappen: 0
Teams: Williams, Lotus
Pastor Maldonado toevoegen aan het rijtje met goede ‘pay drivers’ is misschien niet helemaal correct, maar hij wist wel een race in de Formule 1 te winnen. Toch blijft het verhaal van de Venezolaan vooral een ‘wat als’-verhaal. Maldonado was bijzonder snel, maar het ontbrak aan stabiliteit en consistentie. Daar kon zelfs de 50 miljoen dollar steun van staatsoliebedrijf PDVSA, waaraan hij zijn zitjes bij Williams en Lotus te danken had, niets aan veranderen.
Maldonado debuteerde in 2011 in de Formule 1 bij het slecht presterende Williams, maar in 2012 is het anders. Hij wint de Grand Prix van Spanje en ook in andere races zit hij er goed bij, maar te vaak ontstaat er kortsluiting bij de Venezolaan. Daardoor vergooit hij onder andere een zesde plaats in Australië en een mogelijke podiumplaats in de Grand Prix van Europa. De jaren daarna laat hij bij vlagen zijn snelheid nog zien, maar meestal komt Maldonado alleen nog in beeld als hij weer brokken gemaakt heeft.
Vijf floppers
Alex Yoong
Races: 14
Zeges: 0
Kampioenschappen: 0
Teams: Minardi
De Formule 1-carrière van Alex Yoong was maar van korte duur en dat hij de Formule 1 haalde, kan alleen maar toegeschreven worden aan het geld dat hij meebracht. Magnum Corporation, dat door de Maleisische overheid gesteund werd, financierde de Formule 1-droom van Yoong door hem te stallen bij Minardi. Hij kwam tijdens de laatste drie race van 2001 in actie en zou voor hetzelfde team in 2002 het hele seizoen rijden. Zover kwam het niet, want hij wist zich driemaal niet te kwalificeren en werd in Hongarije en België tijdelijk vervangen door Anthony Davidson.
Na afloop van het seizoen kwam er een einde van de tijd van Yoong in de Formule 1, waarin hij dus weinig succes had. In de A1GP deed de Maleisiër het beter, want in drie seizoenen won hij vier races en werd hij twee keer tweede.
Ricardo Rosset, Tyrrell-Ford, 1998. #F1 pic.twitter.com/4SxbhnkTSZ
— F1 Images (@F1_Images) January 23, 2018
Ricardo Rosset
Races: 26
Zeges: 0
Kampioenschappen: 0
Teams: Footwork, Lola, Tyrrell
Ook Ricardo Rosset was absoluut geen hoogvlieger in de Formule 1. In 1996 debuteerde hij naast Jos Verstappen bij Footwork in de sport, vooral door een goed gevulde sponsorportefeuille. Hij was meestal langzamer dan zijn teamgenoot, maar toch durfde Mastercard Lola het in 1997 aan om hem aan te nemen voor wat hun enige poging tot kwalificatie zou blijken. In 1998 kwam hij uiteindelijk terecht bij Tyrrell, waar Rosset pas echt door het ijs zakte. Hij wist zich vijfmaal niet te kwalificeren en kon na het seizoen afscheid nemen van de Formule 1. Het werd duidelijk dat Tyrrell, met British American Racing als nieuwe eigenaar, de Braziliaan alleen gebruikte voor het sponsorgeld.
Jean-Denis Deletraz
Races: 3
Zeges: 0
Kampioenschappen: 0
Teams: Larrousse, Pacific
Eigenlijk is het een schande dat Jean-Denis Deletraz ooit Formule 1-coureur geweest is, want de Zwitser was in opstapklassen al geen hoogvlieger. Aanvankelijk leek het erop dat hij de hoogste autosportklasse niet zou gaan bereiken, maar eind 1994 had Larrousse geld nodig om het jaar uit te zingen en werd Deletraz ingeschakeld. In de 57ste ronde van de Australische race viel hij uit, nadat hij al tien keer op een ronde was gezet. In 1995 kreeg Deletraz nog twee races een herkansing bij het noodlijdende Pacific, maar dat was zo mogelijk nog beschamender: na veertien ronden gaf hij er in Portugal de brui aan met kramp in zijn linkerarm.
Giovanni Lavaggi - Minardi pic.twitter.com/p1nNrElqYZ
— Formula1 Geek (@FormulaOneGeek) January 20, 2018
Giovanni Lavaggi
Races: 7
Zeges: 0
Kampioenschappen: 0
Teams: Pacific, Minardi
De carrières van Deletraz en Giovanni Lavaggi kruisen elkaar in 1995 bij Pacific. Voordat Deletraz twee races rijdt, heeft Lavaggi er al vier opzitten. Succesvol was Lavaggi niet en mogelijk was hij nog slechter dan zijn Zwitserse opvolger. In de kwalificatie was hij vaak meer dan tien seconden te langzaam in de kwalificatie en in de races verging het hem niet veel beter. Een seizoen later mocht Lavaggi zich nog proberen te kwalificeren voor zes races, wat hem slechts driemaal lukte. De reden: hij bleef niet binnen de 107 procent van de snelste kwalificatietijd, een regel die ingesteld werd door wanprestaties van Deletraz en Lavaggi zelf.
Marcus Ericsson
Races: 76
Zeges: 0
Kampioenschappen: 0
Teams: Caterham, Sauber
Zo slecht als Lavaggi, Deletraz en Yoong is Marcus Ericsson niet, maar hij is wel een schoolvoorbeeld van een ‘pay driver’. In de opstapklasses presteerde de Zweed zeker niet verkeerd, maar hij stond ook niet als een toptalent te boek. Hij had echter wel een groep investeerders achter zich staan en daarmee kon hij zich verzekeren een plekje bij Caterham voor 2014. Een jaar later maakte hij, wederom geholpen door zijn financiële mogelijkheden, de stap naar Sauber, waar hij in 2018 ook zal rijden. Daarbij kreeg Ericsson de voorkeur boven Pascal Wehrlein, die in 2017 een stuk beter presteerde dan de Zweed.
96

Rogier hier
Posts: 6.749
Mee eens. Sowieso is de lijst discutabel. Ik bedoel Schumacher die door zijn team Mercedes aan een kans geholpen wordt om een keer in een Jordan te mogen rijden? Dat vind ik geen pay driver. Een pay driver in mijn optiek iemand die zonder budget de formule 1 nooit gehaald had.