De Formule 1 lijkt op weg naar de eerste echte botsing rond de nieuwe technische regels voor 2026. Nog voordat de nieuwe auto’s überhaupt een meter hebben gereden, rommelt het al achter de schermen. In het middelpunt van de discussie: een mogelijk grijs gebied in het motorreglement, dat sommige fabrikanten een flink prestatievoordeel kan opleveren.
Volgens bronnen die spreken met The Race hebben minstens twee motorleveranciers een slimme interpretatie van de regels gevonden, waarmee zij effectief een hogere compressieverhouding kunnen benutten dan op papier is toegestaan. Officieel mag de compressieverhouding in 2026 niet hoger zijn dan 16:0, een duidelijke verlaging ten opzichte van de 18:0 die onder de huidige reglementen gold. Juist dat verschil maakt de kwestie extra gevoelig.
Welke teams spelen er vals?
Hoewel er geen namen op papier staan, wordt in de paddock vooral gewezen naar Mercedes en Red Bull Powertrains. Mercedes levert motoren aan het fabrieksteam, McLaren, Alpine en Williams, terwijl Red Bull Racing zichzelf en Racing Bulls van krachtbronnen voorziet. Dat juist deze twee partijen onder een vergrootglas liggen, is dan ook geen toeval.
De kern van het probleem zit in de manier waarop de compressieverhouding wordt gemeten. Volgens de huidige formulering gebeurt dat bij omgevingstemperatuur, dus wanneer de motor koud is. Teams zouden nu ontwerpen hebben bedacht waarbij bepaalde interne onderdelen uitzetten zodra de motor op bedrijfstemperatuur komt. Daardoor beweegt de zuiger tijdens het rijden dichter richting de bovenkant van de cilinder, wat in de praktijk resulteert in een hogere compressieverhouding dan bij de meting wordt vastgesteld.
Dat levert niet alleen extra vermogen op, maar ook een gunstiger brandstofverbruik. Precies die combinatie kan aan het begin van een nieuwe regelcyclus het verschil maken tussen vooraan meedoen of achter de feiten aanlopen.
Hoe zit het met de regels?
Het bewuste artikel in de technische reglementen – C5.4.3 – is de afgelopen maanden al meerdere keren aangepast. In oktober werd vastgelegd dat de meting ‘bij omgevingstemperatuur’ plaatsvindt. Vorige week kwam daar nog een opmerkelijke toevoeging bij: elke motorfabrikant mag zijn eigen meetprocedure specificeren, mits deze wordt goedgekeurd door de FIA en wordt opgenomen in het homologatiedossier.
Dat zorgt voor gefronste wenkbrauwen bij concurrerende fabrikanten. De motoren zijn inmiddels gehomologeerd en de ontwerpen liggen al vast. Grote aanpassingen doorvoeren is praktisch onmogelijk, zeker op korte termijn. De FIA staat daardoor voor een lastige keuze: het gebruik van deze interpretatie expliciet verbieden, of vaststellen dat alles binnen de regels valt en dus door iedereen toegepast mag worden.
FIA houdt teams in de gaten
De FIA erkent dat de discussie leeft, maar benadrukt dat de meetprocedures niet zijn veranderd ten opzichte van eerdere reglementen. “De regels definiëren duidelijk de maximale compressieverhouding en de meetmethode, gebaseerd op statische omstandigheden bij omgevingstemperatuur,” laat een woordvoerder weten. Tegelijkertijd geeft de autosportbond toe dat thermische uitzetting bij warme motoren een rol speelt, zonder dat daar duidelijke grenzen voor zijn vastgelegd.
Mocht de onrust aanhouden, dan is een protest tijdens de openingsrace in Australië niet uitgesloten. De FIA sluit bovendien niet uit dat de regels of meetprocedures later alsnog worden aangepast. Eén ding is duidelijk: de strijd om 2026 is allang begonnen, en dit lijkt pas het eerste hoofdstuk.
10

AUDI_F1
Posts: 3.473
Er zijn regels opgesteld en er is een vastgestelde meet methode. Als je daaraan voldoet dan speel je niet vals maar ben je slim, en diegene die de regels heeft opgesteld niet.
RBPT heeft enkele jaren geleden meerdere Mercedes motor engineers overgenomen. Dus dan kun je bijna op 2 vingers na gaa... [Lees verder]