Zondag gaat het Formule 1-seizoen 2018 van start met de Grand Prix van Australië. Om vast een beetje warm te draaien voor die eerste wedstrijd, blikt F1Today.net deze week terug op zes eerdere races ‘Down Under’. Vandaag in het derde deel: de Australische Grand Prix van 1994.
Adelaide was in 1994 wederom het toneel van de afsluiting van het Formule 1-seizoen en zowel het kampioenschap voor coureurs als die voor de constructeurs moest nog beslist worden. Michael Schumacher ging met een minimale voorsprong van één punt op achtervolger Damon Hill beginnen aan het weekend in Australië, terwijl Williams in het constructeurskampioenschap vijf punten voorsprong had op Benetton.
Ideale uitgangspositie voor Schumacher
Williams begon goed aan het weekend. Gelegenheidscoureur Nigel Mansell, die vier races reed voor het Britse team in 1994, kwalificeerde zich op naar pole position en teamgenoot Hill reed de derde tijd. De twee bolides van Williams werden echter gesplitst door de Benetton van Schumacher, die zich daarmee in een prima uitgangspositie manoeuvreerde om het kampioenschap binnen te slepen. Dat bleef zo na de kwalificatie op zaterdag, die verregende en dus geen verbetering van tijden opleverde.
Na de start zag de situatie er nog zonniger uit voor Schumacher, want hij wist direct de leiding over te nemen van Mansell. Hill bleef niet achter en positioneerde zich op de tweede plaats, terwijl ook Mika Hakkinenn en Rubens Barrichello zich voorbij de wereldkampioen van 1992 wurmden. Het werd de aftrap van een interessant duel tussen titelkandidaten Hill en Schumacher, die samen eenvoudig de concurrentie op achterstand zetten.
Na zeventien ronden was de achterstand van nummer 3 Hakkinen al bijna een halve minuut, waarna Schumacher en Hill de pits opzochten voor hun eerste pitstop. Er veranderde niets in hun onderlinge volgorde, terwijl Mansell in ronde 21 terugkeerde op de derde positie. Daarmee leek het constructeurskampioenschap al beslist in het voordeel van Williams. De tweede Benetton, bestuurd door Johnny Herbert, was al vroeg gespind en later uitgevallen met een hydraulisch probleem.
Botsing beslist beide kampioenschappen
In ronde 36 viel dan de uiteindelijke beslissing in beide kampioenschappen. Schumacher bezweek in de vijfde bocht onder de druk van Hill, gleed van de baan en toucheerde de muur. Daarna stuurde hij zijn gehavende Benetton terug het circuit op, waar Hill zijn kans schoon zag op een aanval. In de zesde bocht wilde de Brit zijn rivaal passeren, maar Schumacher sloot de deur abrupt. De Duitser zag zijn race ter plekke eindigen, terwijl Hill in de pits te veel schade bleek te hebben om verder te kunnen rijden.
Schumacher verzekerde zich op die manier van zijn eerste wereldtitel in de Formule 1, terwijl Williams het constructeurskampioenschap in handen had. Er was echter nog een race die beslist moest worden. Gerhard Berger had na de laatste pitstops de leiding in handen, maar in ronde 64 gaf hij de leiding aan Mansell door een fout te maken. Die posities zouden zo blijven tot en met het einde van de race, waarmee de Williams-coureur zijn 31ste en laatste zege in de Formule 1 pakte.
Achter Berger behaalde Martin Brundle de laatste podiumplaats namens McLaren, mede doordat zijn teamgenoot Hakkinen in zijn jacht op Brundle crashte door remproblemen. Barrichello schoof zo op naar de vierde positie, voor Olivier Panis en Alesi, die Heinz-Harald Frentzen in een duel versloeg.
43

Wingleader
Posts: 3.348
Dat moment zal ik nooit meer vergeten, dat lachje op Schumachers gezicht toen het duidelijk werd dat Hill niet verder kon. Hill had een ding moeten doen, remmen en erachter blijven totdat Schumacher aan de kant moest met zijn zwaar beschadigde bolide, echter hij had niet gerekend op de onsportiev... [Lees verder]