Vandaag, op Valentijnsdag, zou Ronnie Peterson 74 jaar zijn geworden. Waarschijnlijk het grootste racetalent dat Zweden ooit heeft voortgebracht, waaraan hij zijn bijnaam ‘SuperSwede’ te danken had. Grootheden in de Formule 1 zien Peterson samen met Gilles Villeneuve als de grootste coureurs die nooit wereldkampioen worden. Een kleine ode aan SuperSwede, die maar 34 jaar mocht worden.
10 Grand Prix-overwinningen
De in ___Escaped_link_693272c1498c0___ geboren Peterson maakte in 1970 bij March zijn Formule 1 debuut in de Grand Prix van Monte Carlo. Op dit moment kunnen de rijders zich rustig concentreren op de prestaties in de Formule 1, maar dat ging begin jaren ’70 nog anders getuige zijn prestaties in 1971. Ronnie Peterson werd Europees Kampioen in de Fomule 2 en eindigde in de Formule 1 als tweede achter Jackie Stewart.
Het jaar erop was de March een verschrikking, hij kwam niet in de buurt van zijn prestatie een jaar eerder en besloot de overstap te maken naar Lotus waar hij tweede rijder werd achter Emerson Fittipaldi. Peterson behaalde in dit jaar zijn eerste Grand Prix-overwinning (Frankrijk), waarna er nog drie zouden volgen aan het einde van het seizoen. Hij zette gelijk een record neer door maar liefst negen keer pole position te pakken.
Juiste coureur met het verkeerde materiaal
Toch kwam hij niet verder dan een derde plaats in de stand om het WK, terwijl zijn teamgenoot slechts drie keer de hoogste trede van het podium mocht beklimmen en tweede werd achter Jacky Stewart. Van de vijftien races kwam hij zes keer niet over de finish en eindigde hij twee keer op een elfde plaats.
Fittipaldi vertrok naar McLaren, Jacky Stewart stopte en Peterson werd in de nieuwe Lotus 76 tot favoriet voor de titel gebombardeerd. De auto bleek een ramp en het team koos er voor om de inmiddels achterhaalde Lotus 72 weer van stal te halen. Een 5e plaats in de stand om het WK was het gevolg. Lotus kon de problemen niet oplossen en in 1975 reed Ronnie Peterson in de inmiddels ouderwetse Lotus 72 maar drie keer in de punten.
Teambaas Colin Chapman wist Peterson te overtuigen om toch bij het team blijven. De Lotus 77 zou het helemaal worden aldus Chapman. Hij begon de race bijna achteraan op de grid en moest na tien ronden uitstappen waarop hij besloot zijn contract te verscheuren en terug te keren bij het team waar hij zijn debuut maakte: March. Ook dit bleek geen gelukkige overstap, al won hij wel voor de derde keer op Monza.
Gentleman tot de laatste race
Na een tussenjaar bij Tyrrell keerde hij weer terug bij Lotus, het team had inmiddels wel een goede auto weten te bouwen en Peterson werd tweede rijder achter Mario Andretti. Wie op voorhand een felle strijd verwachtte en een Peterson die zich niet neer zou leggen bij een plaats in de schaduw kwam bedrogen uit. De twee werden erg goede vrienden en werkten prima samen. Andretti werd wereldkampioen en Peterson eindigde dat jaar als tweede.
Toch zag hij zich niet langere tijd achter Andretti rijden en gedurende het jaar werd bekend dat hij in 1979 voor McLaren zou gaan rijden. Door de mensen om hem heen werd hij aangespoord om zich niet langer iets aan te trekken van teamorders. Hij had bij het team immers niets meer te verliezen en zijn stoeltje voor volgend jaar bij McLaren was een feit. Maar hij bleef tot het einde een gentleman en zei: “Als ik nu niet te vertrouwen ben, wie zal mij in de toekomst ooit nog vertrouwen?”
Dood Peterson aaneenschakeling fouten en pech
Uitgerekend op het circuit waar hij drie keer wist te winnen was de crash die hem uiteindelijk het leven zou kosten. Bij de start ging het al fout: de laatste wagens stonden nog niet stil op de grid en het licht ging al op groen. Het veld schoof in elkaar en ging op de eerste chicane af. Een crash die begon met James Hunt en Ricardo Patrese was het gevolg. Tien auto’s waren erbij betrokken en Peterson kwam hard in aanraking met de vangrail waarna zijn auto vlam vatte. Onder ander James Hunt trok hem uit de vlammen waardoor hij slechts lichte brandwonden had, maar hij had zware verwondingen aan zijn benen. Het duurde achttien minuten voordat de eerste medische hulp ter plaatse was en die bekommerde zich om Brambilla die buiten westen was nadat hij een rondvliegend wiel tegen zich aan kreeg. Ruim een uur later werd hij richting het ziekenhuis gevlogen waar de artsen zijn verwondingen aan zijn benen behandelden (20 breuken), maar niet in de gaten hadden dat er problemen met zijn bloedsomloop waren. Beenmerg kwam in de bloedbaan terecht en één voor één vielen zijn organen uit totdat hij de volgende ochtend kwam te overlijden.
Ronnie ‘SuperSwede’ Peterson overleed niet als gevolg van de crash, maar door te lang uitblijven van medische hulp. Dit ongeval en de nasleep ervan zorgden onder leiding van Sir Watkins voor betere omstandigheden op het circuit. Er werd een eerste stap gezet richting de Medical Car zoals wij die nu kennen.
Op de dag van de uiteindelijk fatale crash werd Mario Andretti wereldkampioen. Andretti wilde zijn wereldtitel niet vieren, maar wist wel ‘dat Ronnie erg blij voor mij zou zijn geweest’.
Ronnie Peterson, één van de beste coureurs ooit zonder wereldtitel en bovenal een geweldig mens. In 2003 werd in zijn geboorteplaats Örebro een groot bronzen standbeeld van de SuperSwede onthuld. Vandaag liggen er ongetwijfeld weer bloemen. Ronnie Peterson werd 34 jaar.
- Formule 1 races: 123
- Overwinningen: 10
- Podiumplaatsen: 26
- Pole positions: 14
18

Jas Verstoppen
Posts: 687
Pfffffffff ik maak slechte grappen, maar dit....