De samenwerking tussen Aston Martin en Honda krijgt achter de schermen steeds meer vorm. In 2026 levert Honda exclusief de krachtbron voor Aston Martin, en dat vraagt om een grondige herziening van het hele chassisconcept. Technisch directeur Enrico Cardile, overgekomen van Ferrari, gaf recent in Beyond the Grid en op F1.com een zeldzaam inkijkje in dat proces. Zijn plan draait niet om slogans, maar om millimeters: packaging, koeling, en één sleutelwoord – integratie.
Van losse partners naar één systeem
Waar veel teams hun motorleverancier als externe partner zien, wil Cardile dat Honda en Aston Martin functioneren als één ontwikkelcel. Dat betekent dat het designteam in Silverstone en het motorprogramma in Sakura wekelijks data uitwisselen over thermische belastingen, kabelrouting en aerodynamische marges.
“Het succes van 2026 wordt bepaald door samenwerking, niet door brute kracht,” zei Cardile. “De motor moet niet in het chassis passen, het chassis moet om de motor heen worden gebouwd.”
Dat principe is niet nieuw, maar de uitvoering wel. Volgens bronnen binnen het team werkt Aston Martin sinds september met een virtueel integratiemodel, waarin motor en chassis gelijktijdig worden ontworpen via gedeelde CAD-software. Daardoor kunnen componenten als de MGU-K, batterij en intercooler al vroeg worden geplaatst zonder later het aeropakket te verstoren.
Waarom koeling de sleutel wordt
Een van de grootste uitdagingen van het 2026-reglement is de balans tussen lagere luchtweerstand en hogere elektrische energie. De nieuwe krachtbron van Honda zal naar
verwachting meer warmte genereren in de MGU-K dan de huidige hybridesystemen. Cardile benadrukt daarom het belang van “thermische efficiëntie in de luchtstroom”.
Dat klinkt abstract, maar in de praktijk betekent het: koelkanalen die korter en smaller zijn, zonder dat de motor oververhit raakt. Een nauwere integratie van koelingsmodules in de sidepods maakt het chassis compacter, wat de aerodynamische weerstand verlaagt.
“Het is een puzzel van graden en liters,” zei Cardile. “Elke centimeter ruimte die je wint in packaging, vertaalt zich in performance.”
Gevolgen voor de rijder en afstelling
De integratie van motor en chassis verandert ook de manier waarop de coureurs hun auto ervaren. Een kortere power unit betekent dat de gewichtsverdeling verschuift richting de voorkant, wat invloed heeft op de rembalans en de stabiliteit bij het insturen. Fernando Alonso noemde dat “een uitdaging, maar ook een kans.”
Volgens bronnen binnen het team krijgt Aston Martin meer vrijheid in de positionering van de batterij en de energierecuperatie. Daardoor kan het team beter afstemmen hoe en waar de MGU-K vermogen teruglevert, wat directe gevolgen heeft voor tractie en exitgrip uit langzame bochten.
Waarom dit nu al relevant is
Hoewel de 2026-auto pas over ruim een jaar op de baan verschijnt, bepaalt het integratieplan nu al de ontwikkelrichting van de windtunnelmodellen. Aston Martin test momenteel verschillende airflow-concepten die passen bij Honda’s koelingsvereisten.
Voor fans is dit meer dan techniek. De samenwerking met Honda markeert een duidelijke koerswijziging: van klantenteam met ambities naar volwaardig fabrieksteam met een eigen identiteit.
Cardile zei het zelf het best: “Je kunt alleen winnen als alles in dezelfde richting duwt. 2026 is het jaar waarin we dat eindelijk bewijzen.”
0
