43 jaar geleden: Het Franse Ligier verbluft F1-wereld

  • Gepubliceerd op 04 feb 2022 14:22
  • 12
  • Door: Martijn Arnoldus

In 1979 kende de Formule 1 geen echte winterstop. Enkele weken na de toast op het nieuwe jaar trokken de F1-piloten hun racekostuums weer aan voor de start van een nieuw seizoen. Voor sneeuw en ijzel hoefden de rijders niet te vrezen, want de aftrap van het seizoen begon medio januari in het 'zomerse' Zuid-Amerika. De eerste halte was in Argentinië op het circuit van Autódromo Oscar Alfredo Gálvez.

Bij openingsrace in Buenos Aires won geen Ferrari, Lotus, Williams of Tyrell. Het was Jacques Laffite in zijn Franse Ligier-Ford die tegen alle verwachtingen in met de zege aan de haal ging. Deze eerste victorie van zowel Laffite als Ligier kwam als donderslag bij heldere hemel. Sinds de oprichting van het F1-team in 1976 kwamen de Fransen namelijk niet verder dan een zesde plaats bij de constructeurs. Was Ligier een eendagsvlieg of werd het een serieuze titelkandidaat?

Het antwoordt kwam twee weken later in Brazilië. In het weekend van 4 februari vond de tweede Grand Prix van het jaar plaats op het alombekende circuit van Interlagos. De lay-out van deze fameuze baan was een tikkeltje anders dan nu. Na bocht 5 - waar Max Verstappen en Lewis Hamilton in 2021 eraf schoten - was een extra sector met handjevol vloeiende bochten. Hierdoor tikte de baan 7.87 kilometer aan op de teller, bijna twee keer zo lang als de huidige configuratie. Het duurde dan ook 2 minuten en tientallen seconden om een volledige ronde af te werken.

Bij de start van het weekend Laffite meteen bloedje snel. Ook zijn teamgenoot, landgenoot Patrick Depailler, zette goede tijden op het bord en onderstreepte daarmee de indrukwekkende potentie van de JS11. De Franse bolide kon domineren mede dankzij de uitstekende werking van het ground effect - lucht dat onder de bolide stroomt om meer downforce te creëren. 

Op Equipe Ligier stond in de kwalificatie en race ook geen maat op. De eerste startrij was volledig 'gekleurd' in de Franse tricolore met Laffite op pole. Bij het doven van de rode lichten zag de concurrentie hem niet meer terug en de Fransman reed alle 40 rondes aan de leiding. Doordat Laffite ook de snelste ronde opeiste, scoorde de Parijzenaar een grand slam: pole, snelste ronde en zege. Depailler maakte het feestje voor Ligier compleet door als tweede te finishen. 

Door het machtsvertoon in Zuid-Amerika waren de Fransen plots titelfavoriet, maar de JS11 kwam in Europa amper aan de finish door pech en incidenten. Tot overmaat van ramp brak Depailler tussendoor zijn beide benen tijdens een incident met zweefvliegen. De ambitie om wereldkampioen te worden, kon snel weer in de Franse vrieskast. Dat terwijl de bolide niet veel aan snelheid inleverde. 

Ferrari bewandelde de omgekeerde weg. Na een stroef begin in de eerste twee GP's, kwam de Scuderia op stoom en ging binnen no-time Ligier voorbij in de stand en liet ook de rest van het deelnemersveld ver achter zich in de eindstand. De Zuid-Afrikaanse Jody Scheckter pakte de rijderstitel voor Ferrari, terwijl teamgenoot en Canadees Gilles Villeneuve vice-kampioen werd.

Ligier zelf? Die eindigde als derde in het teamkampioenschap met 61 punten, ruim achter de rode brigade. Laffite werd vierde in de rangschikking voor de coureurs met 36 punten, 15 punten minder dan de wereldkampioen. Toch zou het succes voor Ligier niet meteen eindigen.

De Franse equipe zou in 1980 het beste resultaat boeken in de Formule 1. De renstal werd tweede in het kampioenschap voor constructeurs achter het oppermachtige Williams. Dichter bij een wereldtitel zou Ligier ook niet meer komen in alle seizoenen daarna. Na nog een vierde plaats en twee zeges - en bijna een rijderstitel - in 1981 kwam het verval met puntloze jaren en wat enkele vijfde of zesde plekken in de eindstand. Grand Prix-zeges werden niet meer bijgeschreven.

Toch boekte Ligier, vijftien jaar later, nog één overwinning. Tijdens de compleet verregende Grand Prix van Monaco in 1996 bleef Olivier Panis na een waar slagveld overeind en pakte zeer verrassend de winst in het prinsdom. Het was de laatste succesvolle stuiptrekking, want dat jaar zou tevens het laatste seizoen zijn van Equipe Ligier.

Na 21 wk-deelnames in de Formule 1 (met 9 gescoorde zeges en 50 behaalde podia) werd het team verkocht aan viervoudig F1-kampioen Alain Prost en ging verder als Prost Grand Prix in 1997. 

Reacties (12)

Login om te reageren
  • Mooi, kort sprookjesverhaal in die periode. Het staat me bij dat het groundeffect zelfs te heftig was voor het chassis; er braken dingen af of trokken krom of zo, volgens mij. Toch knap dat ze ondanks die problemen toch nog 3e zijn geworden. De kleurstelling vond ik ook wel gaaf in die tijd, kan ik me nog herinneren.

    • + 0
    • 4 feb 2022 - 14:40
    • ik kan me er niks van herinneren, toen wist ik nog niet eens wat F1 was...
      Maar even gegoogled en inderdaad, wagen incl kleurstelling zag er gaaf uit, en voorzien van Gitanes sigarettenreclame, die zware franse peuken

      • + 0
      • 4 feb 2022 - 14:49
    • Ik kan me dit nog goed herinneren, omdat de Lotus met die ontzettend gave livery (JPS) de jaren ervoor zijn begonnen met dit groundeffect (als ik me niet vergis...). Door die Lotus is mijn interesse in de F1 begonnen. Wat een gave bak was dat ;-)

      • + 1
      • 4 feb 2022 - 14:58
    • Klopt volledig Lotus was oppermachtig met hun ground effect in '78!

      • + 1
      • 4 feb 2022 - 20:31
  • Mooi stuk! Overigens was Ligier ten tijde van de laatste overwinning van Panis al in handen van Flavio Briatore die het team loop 94 overnam, dit om de Renault motoren in handen te krijgen en deze door te sluizen naar hoofdteam Benetton

    • + 0
    • 4 feb 2022 - 14:42
    • Ik zie nu nog steeds weleens een Ligier rijden.
      Een 45 km wagentje dat wel,maar toch ze bestaan nog steeds.

      • + 2
      • 4 feb 2022 - 22:19
  • Niet slecht voor een fabrikant van brommobielen.

    • + 0
    • 4 feb 2022 - 15:01
  • Ligier

    Posts: 125

    De F1 heeft me toen m'n interesse gewekt, Ligier was en met Jacques Laffite als coureur m'n favorite. De GP in Spanje in 79 was voor Jacques 1 van de diepte punten, pole position, slechte start en daarna achter z'n team genoot jagen en z'n motor opblazen.... na de GP van België stond hij nog op gelijke voet met Jody Scheckter qua punten op de eerste plaats maar daarna ging het snel berg afwaarts met o.a. experimentele velgen. 1981 was nog spannender in de laatste GP (Las Vegas) konden zowel Jacques, Carlos Reutemann als Alan Jones nog kampioen worden, maar het werd de eerste voor Nelson Piquet.

    • + 1
    • 4 feb 2022 - 15:03
    • Ik ben ook in dat jaar besmet met het F1 Virus. Alleen was het bij Gilles Villeneuve. Helaas maar een paar jaar van zijn rij kunsten mogen genieten.

      • + 1
      • 4 feb 2022 - 15:15
  • ringo

    Posts: 3.633

    wat is met prost f1 uit eindelijk gebeurd?? totaal vernietigd?

    • + 0
    • 4 feb 2022 - 22:13
    • Zoals zoveel coureurs zocht Prost aan het einde van zijn indrukwekkende Formule 1-carrière naar een vervolg in de sport die hem zoveel had gebracht. Eind 1991 was hij ontslagen door Ferrari en omdat hij voor het seizoen '92 geen stoeltje had, nam de Fransman een kijkje bij Ligier met het idee om er coureur-eigenaar te worden. Hij testte zelfs incognito de JS37, maar er kon geen akkoord worden bereikt en in 1993 stapte Prost voor nog één laatste seizoen (en zijn vierde wereldtitel) in bij Williams.

      De contacten met Ligier bleven echter warm en na het definitieve afscheid als coureur in 1993, kreeg hij in februari 1997 de kans om het team – inmiddels in handen van Flavio Briatore – te kopen. In allerijl werden de Ligier-stickers van de auto gehaald en vervangen door het logo van Prost Grand Prix. Coureurs dat seizoen waren Shinji Nakano en Oliver Panis. Die laatste had een jaar eerder in dezelfde auto de GP van Monaco gewonnen, maar moest halverwege het seizoen bij Prost na een crash tijdelijk worden vervangen door Jarno Trulli. Dat het het team ernst was bleek wel uit het feit dat er een voorcontract was getekend met Peugeot dat vanaf 1998 de motoren zou leveren.

      De hooggespannen verwachtingen konden echter niet worden waargemaakt. Waar het team in ’97 met de beproefde Mugen Honda-motor nog 21 punten en twee podiums behaalde, daar was de betrouwbaarheid van de Peugeot dusdanig slecht dat er aan het einde van het seizoen slechts één punt op het scorebord prijkte. Het had overigens niet veel gescheeld of Prost had niet eens het volledige seizoen kunnen rijden: de AP01 kwam aan het begin van het seizoen niet door de crashtest en kon pas op het laatste moment in Australië aansluiten voor de seizoensopener.

      Voor 1999 werd de ervaren ontwerper John Barnard aangetrokken als adviseur en onder zijn leiding leek het er even op dat de weg omhoog was ingeslagen. Trulli en Panis waren – net als een jaar voorheen – de vaste coureurs en konden hier en daar puntjes sprokkelen. De grootste opsteker kwam op de Nürburgring waar Trulli als tweede finishte, achter Johnny Herbert in een auto van die andere oud-kampioen, Jackie Stewart. Het puntentotaal kwam daarmee op negen.

      In 2000 werden Panis en Trulli vervangen door Jean Alesi en Nick Heidfeld, die zijn debuut maakte in de Formule 1. Het werd opnieuw een dramaseizoen waarin Alesi slechts vijf van de 17 races wist uit te rijden en Heidfeld niet verder kwam dan zes classificaties. Niet alleen de coureurs botsten letterlijk – in Australië reden ze elkaar van de baan – ook de relatie tussen Prost en ontwerper Alan Jenkins en het partnerschap met Peugeot lagen onder vuur.

      Aan het einde van het seizoen vertrok Heidfeld naar Sauber en voor 2001 werd een handjevol coureurs naast vaste rijder Alesi geplaatst. Heinz-Harald Frentzen, Gaston Mazzacane, Luciano Burti en Thomas Enge mochten allemaal meerdere Grands Prix voor hun rekening nemen. De Peugeot-stickers op de krachtbronnen waren inmiddels vervangen door Acer-gelabelde exemplaren van Ferrari, maar veel hielp dat niet. Aan het einde van het jaar had het team vier punten en een negende plaats in het constructeurskampioenschap bijeen gereden.

      Het vertrek van tabaksmerk Gauloises aan het einde van 2000 had een flink gat geslagen in de begroting en de schulden begonnen zich op te stapelen. Op 22 november 2001 plaatste de rechtbank van Versailles de stal in surséance van betaling wat de facto het einde betekende. Prost vocht nog tot februari 2002 aan een doorstart, maar vlak voor het nieuwe seizoen viel definitief het doek.

      • + 2
      • 5 feb 2022 - 08:34
    • Bedankt Evert

      • + 0
      • 5 feb 2022 - 13:22

Gerelateerd nieuws