‘Sergio Pérez kan wereldkampioen worden, maar dan moet-ie oorlog voeren’. Breinscheetje van een Mexicaanse journalist, waarbij de wens vader van de gedachte is. Na het afgelopen seizoen zal Pérez inderdaad hemel en aarde moeten bewegen om zijn jongensdroom waar te maken. Maar laat hem dat maar doen. De Formule 1 zou ervan opknappen.
In 2021 speelden Pérez en Valtteri Bottas belangrijke bijrollen. Als teammaten van de titelrivalen moesten ze elkaar punten afsnoepen, snelste racerondes rijden en teamtactieken opvolgen. Pérez bereikte daardoor een persoonlijk dieptepunt toen hij in Abu Dhabi blokkeeracties uitvoerde. Bij een individuele sport levert teamwerk altijd een verliezer op. Daarom genoot ik vroeger van Mark Webber, die tegen beter weten in streed voor eigen geluk.
Bij het Olympische schaatsen, mijn huidige verzetje, vond er een soortgelijke teamwerkrariteit plaats. Er waren twee Amerikaanse dames, waarvan eentje (Bowe) zich als ‘s landsbeste had geplaatst. De ander (Jackson) was tijdens nationale kwalificaties tekortgekomen. Toch verschenen ze beiden aan de start: Bowe had haar startbewijs cadeau gedaan aan Jackson en was zelf toevallig als invaller opgeroepen. Startbewijs cadeau?! Waarom zou je in vredesnaam je plaats opgeven? ‘Omdat Jackson betere kansen op het goud heeft’. En bovendien zijn ze vriendinnen. Right. Typisch Amerikaans gewauwel. Drie kwartier later greep Jackson het goud. In mijn boekje ben je niet goed snik als Bowe zijnde; in topsport deel je geen cadeautjes uit, zeker niet aan iemand die kan winnen.
Mijn gedachten schoten richting Pérez. Vorig jaar gaf hij alles weg – zodra leiders van de rodestierensquad erom vroegen voerde Checo ieder bevel uit. Van tevoren had ik niet verwacht dat een bloedzuiger als Pérez zich zo eenvoudig liet conditioneren. Half Nederland loopt reeds met hem weg omdat-ie het loopjongetje van de nationale held is, maar wil je zo herinnerd worden?
Pérez was ooit Formule 1's reuzendoder en nu is-ie een soort Rubens Barrichello. Hij beheerst zelfs al Barrichellospraak: dit seizoen wordt volgens Pérez ‘totaal anders’ dan vorig jaar. Barrichello heeft dat zinnetje zo vaak uitgekraamd, dat-ie tegenwoordig in een vlaag van verstandsverbijstering weleens de markt van São Paulo bij elkaar tettert. ‘Het wordt totaal anders! Dit wordt mijn jaar!’
Vanaf het eerste moment vind ik het onvoorstelbaar dat een apenrotsbewoner als Pérez – Jenson Button en Esteban Ocon weten er alles van – genoegen neemt met een schaduwrol. Hij liet als vijftienjarig Pérezje huis en haard achter voor een onzeker racebestaan in Europa, om zijn ultieme droom – Formule 1-wereldkampioen worden – waar te maken. Dan maak je geen pas op de plaats als het materiaal eindelijk voorhanden is.
Is het zo gek wat die dagdromende Mexicaanse journalist stelt? Ik denk het, gezien de voorgeschiedenis, niet. Bovendien wordt het er qua spanning enkel beter van als Pérez opstaat. De enige manier om onder het juk van de lakei uit te komen is door de koning te verslaan. Wat mij betreft is dat hele ‘in dienst rijden’ afgelopen en gaat Pérez voor eigen geluk. Muiterij zal ik toejuichen. Laat het maar zien, Checo. Time for war.
René Oudman
33

Rimmer
Posts: 13.074
En wederom een verhaal van niveau “pulp”
Waarom en wanneer in het afgelopen seizoen was Sergio ook maar in staat om de stoere “ik ga vorm eigen geluk” patser uit te hangen?
Toen de kans daar was in Baku mocht hij winnen en pakte deze kans. Het werd hem door het hele team incl Max gegund.... [Lees verder]