Inherent aan de opkomst van nieuwe supersterren is de vergankelijkheid van de mate waarin oude helden worden bejubeld. Nu Max Verstappen domineert, heeft Lewis Hamilton zijn plaats als leider van de roedel verloren. Vrijwel niemand praat nog over de coureurs die een kwart eeuw geleden de Formule 1 beheersten.
Wat te denken van de culthelden – zij die geen wereldkampioen werden, maar de harten van fans veroverden vanwege hun stuurmanskunsten, hun voorkomen, karaktereigenschappen of al het voorgaande bijeen. Menig autosportliefhebber kan een aantal opnoemen, maar evengoed zijn er veel namen in de vergetelheid geraakt. Tijd voor GPToday.net om een oude held, op zijn 51ste sterfdag – da’s een langere tijd dan zijn leven op aarde überhaupt duurde – in de schijnwerpers te zetten.
Want Seppi, zoals Joseph Siffert door vrienden en familie werd genoemd, was in de jaren ’60 een van de toonaangevende coureurs op deze planeet. Vandaag één jaar en een halve eeuw geleden, op 24 oktober 1971, kwam hij om het leven.
Mister Porsche
Seppi is het kind van een melkveehouder uit het Zwitserse stadje Fribourg, niet te verwarren met het Duitse Freiburg. Het Franstalige Fribourg is volgens de Zwitserse overlevering het afvoerputje van het land, de plek waar enkel stinkende boeren wonen. Kleine Seppi raakt begeistert door racewagens – het bekende verhaal: vader neemt zoon mee naar de Grand Prix en junior droomt vanaf dan van een gemotoriseerde toekomst. Aanvankelijk stapt Seppi op tweewielers, algauw worden dat er vier.
In de jaren ’60 is het nog mogelijk om de ladder puur op talent en gunfactor te beklimmen. Seppi valt op door zijn stuurmanskunsten en zijn vindingrijkheid, de talloze manieren waarop hij een wagen zo snel mogelijk terug naar de start- en finishlijn weet te brengen. In de endurancewereld groeit Seppi in een oogwenk uit tot een überheld. Tweemaal achtereen wint de Zwitser de befaamde 24 uren van Le Mans, beide keren doet hij dat in een Porsche.
Want Porsche, dat is Seppi’s merk. Geef hem een 907, een 908, een 917 met korte of lange achterkant – het maakt de goedlachse, charismatische Mister Porsche niet uit. Op Sebring wordt gewonnen, evenals op Daytona en in één van de laatste edities van de Targa Florio. Seppi beginjaren ’70 is als Tom Kristensen een handvol jaren geleden: daar waar hij aan de start verschijnt, houdt de tegenstand er op voorhand rekening mee kansloos te zijn. Fribourg, het stinkende stadje, heeft pardoes een wereldster voortgebracht.
Imago
Dankzij hun verbintenis met horlogemaker TAG Heuer raakt Seppi bevriend met Koning Cool himself, Hollywoodster Steve McQueen. De roodharige acteur wenst stappen te zetten in de autosportwereld en Seppi is de aangewezen persoon om hem bij te staan. De twee vinden elkaar direct. McQueen en Seppi, met de pilotenbrillen op en de dure horloges om, vrijwel onophoudelijk sigaretten rokend en naar knappe vrouwen knipogend – Buurman en Buurman, maar dan cooler.
Toch geeft Seppi geen donder om zijn imago en dat levert hem júist een imago op. In de vrijgevochten jaren ’60, waar de drang naar vrijheid en zelfexpressie tot grote hoogten stijgt, groeit de onvermurwbare Zwitser uit tot rolmodel. Niemand maakt hem de pis immers lauw – Seppi weet hoe het leven kan zijn, zonder al teveel centen op een melkveehouderij. Dat het uitvoeren van wat simpelweg zijn hobby is, hem zoveel roem oplevert, is mooi meegenomen.
Ondanks het feit dat Seppi tot ‘slechts’ twee Grand Prix-overwinningen reikt – want ja, buiten zijn geniale optredens in het langeafstandsracen om rijdt hij ook nog in de koningsklasse – wordt hij bij leven meer bejubeld dan bijvoorbeeld meervoudig kampioen Jackie Stewart. Dat komt omdat Stewart zich niet bijzonder populair maakt: de Schot heeft veiligheid hoog op de prioriteitenlijst staan, daar waar Seppi gewoon wil racen.
Vuurdood
Precies dat wordt Seppi fataal. Tijdens de Race of Champions van 1971 (niet te verwarren met het weekendje spielerei in de sneeuw zoals we tegenwoordig bij die term gewend zijn, maar een niet voor het wereldkampioenschap meetellende Formule 1-race om het jaar mee af te sluiten) breekt de achterwielophanging af. Seppi crasht en breekt zijn been, waarop de wagen vlamvat.
De populaire Zwitser kan zichzelf niet uit het wrak bevrijden en de veiligheidsmaatstaf anno 1971 komt overeen met die uit de Middeleeuwen. Op een emmer water na, is er niets voorhanden op het circuit van Brands Hatch en dus staat Seppi letterlijk te verkolen. Vijf tragische minuten duurt het tot er eindelijk een goed werkende brandslang aanwezig is op de plaats van het incident, Seppi is dan al gestorven.
Zijn overlijden zet een kettingreactie in gang. Uiteraard is daar veiligheidsvoorvechter Stewart, kampioen van 1971, die pleit voor meer baancommissarissen, meer baanposten en meer reddingsmateriaal. Bovendien worden circuits verplicht om aan een bepaalde veiligheidsstandaard te voldoen: tragedies zoals die van Seppi moeten pertinent worden voorkomen, al gaat het met Roger Williamson op Zandvoort ruim anderhalf jaar later op eenzelfde wijze gruwelijk mis.
Nalatenschap
Zoals Seppi’s biograaf over zijn Zwitserse onderwerp schreef: “Jo Sifferts overlijden in het najaar van 1971 werd in Zwitserland op eenzelfde manier beleefd als het overlijden van Ayrton Senna in Brazilië.” En ergens valt er inderdaad een vergelijk te maken. Goed, tijdens Seppi’s uitvaart stonden geen miljoenen mensen langs de kant van de weg, zoals in Senna’s geval, maar je kan met een gerust hart stellen dat er geen 50.000 mensen op een gemiddelde begrafenis afkomen.
Bovendien was Seppi – onbedoeld – leider van de opstand. De opstand van jongeren, die zich probeerden af te zetten tegen het keurslijf waarin hun ouders werden geperst en in de snelle Zwitser een voorbeeld zagen, of de opstand van Fribourg, het Zwitserse boerenkinkelstadje dat dankzij haar wereldveroverende racecoureur eindelijk iemand heeft om trots op te zijn en mee te pronken.
Daarnaast claimt Fribourg en omstreken nog altijd dat niet Dan Gurney, maar Seppi de eerste coureur was die met een champagnefles spoot na afloop van een racewedstrijd. Een goede eer waaraan Seppi, 51 jaar na zijn dood, mag worden herinnerd. Want ook al leefde hij snel en ging hij snel dood, Seppi’s leven was een feestje.
12

Ligier
Posts: 158
Wederom een mooi stuk F1 historie. Bedankt!