Een rondje Fuji Speedway met Alexander Wurz

  • Gepubliceerd op 09 okt 2008 12:15
  • 0
  • Door: Rob Veenstra
De Grand Prix van Japan is de zestiende ronde in het wereldkampioenschap Formule 1 2008. De race wordt verreden op de Fuji Speedway. Dat circuit keerde vorig jaar na een afwezigheid van bijna dertig jaar terug op de kalender. De comeback kwam net op tijd voor Alexander Wurz om mee te maken, want een race later sloot hij zijn racecarrière af. De Honda-testrijder neemt ons mee voor een rondje Fuji Speedway.

Wurz: “De Fuji Speedway is uitdagend vanwege de lage downforce afstelling die je nodig hebt voor het lange rechte stuk, terwijl je tijdens de rest van de ronde juist neerwaartse druk kan gebruiken. We arriveren bij bocht 1 met meer dan driehonderd kilometer per uur. Het rempunt ligt net voor het 100 meter-bord en we schakelen terug van de zevende naar de eerste versnelling. De weg naar de bocht loopt iets heuvelafwaarts, waardoor je makkelijk een wieltje blokkeert bij het aanremmen.”

“Daarna is het vol op het gas door een klein knikje in het parkoers richting bocht 3. Dat is een lastige linkerbocht. Het is een blinde bocht en je moet de auto echt op de kerbstones aan de binnenkant smijten om snel te zijn. Als je tien centimeter naast de apex zit, dan eindig je in het gras bij het uitkomen.”

“Dan komen we bij de beste bochten van het circuit, de combinatie van bochten 4 en 5. Het is één lange bocht met twee clipping points die je vol in vijfde versnelling neemt. Soms is het verstandig om halverwege even te liften, daarmee spaar je de linkervoorband. Het is ook aan te raden om aan de binnenkant van de bocht te blijven, dan heb je een betere lijn voor de volgende bocht. Hoe dan ook, je trekt daar veel G-krachten en dat is leuk.”

“Bocht 6 is naar links in derde versnelling. Je komt aan over een heuveltje, waardoor de ingang blind is. Een volgas stuk volgt richting bocht 10, een chicane die we in eerste versnelling doorgaan. Aan de binnenkant is de meeste grip. Dan even op het gas voordat we belanden bij een langzame linkerbocht, waarbij de exit zeer glad is. Vroeg opschakelen naar de tweede versnelling kan helpen bij het beperken van wielspin.”

“Dan komen we in het laatste gedeelte van het rondje, waarin vier bochten met elkaar in contact staan. Een fout in bocht 13 merk je tot en met bocht 16. Een precieze lijn rijden is hier het belangrijkst. In bocht 13 wordt de achterkant van de auto heel licht en je moet heel voorzichtig omgaan met de wagen. Dan is het twee keer naar links voordat je de heuvel opgaat voor bocht 16. Een rechterdoordraaier waarbij het belangrijk is dat je exit goed is, je wil namelijk zoveel mogelijk snelheid meenemen voor het lange rechte stuk.”

Reacties (0)

Login om te reageren

Gerelateerd nieuws